Over haat-liefde en angst
Ik heb in mijn leven in een groot aantal racefietsgroepen meegereden. Het snelheidsniveau van al deze groepen; het type groep varieerde. Zo reed ik mee met een ploeg mee die er echt voor ging. In deze ploeg was de methode om elkaar kapot te maken integraal onderdeel van de trainingsinzet geworden. Want elkaar eraf rijden was de mores.
Ik moet schoorvoetend toegeven dat ik het leuk vond en het nog altijd wel een beetje leuk vind. Tenminste soms en op strikte voorwaarde dat ik me die dag goed voelde/voel. Ik moet er echter nu niet aan denken om altijd zo te rijden…….
Ik heb eens gevraagd aan een van de deelnemers van een dergelijke groep hoe hij trainde: ‘gewoon rammen, dan wordt je vanzelf beter’ en ‘vooral niet op je hartslagmeter kijken, dat doe je pas thuis achter de computer’. Ze rijden vrijwel altijd maximaal, gewoon omdat ze niet anders kunnen. Ze hanteren geen enkele trainingsopbouw, waardoor ze overigens ook niet het maximale uit zichzelf halen. Ze komen echter wel uit met een dergelijk simpel trainingsregime. Doordat ze snel herstellen van zware inspanningen, kunnen ze een grote hoeveelheid zware training aan. Waar ik al na 8 uren training per week moet variëren in training om niet te gaan kraken, hebben zij de grens van de belastbaarheid nog lang niet bereikt.
Een dergelijke ploeg creëert wel een haat-liefde verhouding met fietsen bij het gros van de deelnemers die niet ‘vooraan’ rijdt. Een aantal deelnemers verschijnt dan ook slechts een paar maal. ‘Ik ben toch geen bloody masochist’, hoorde ik laatst een ex-deelnemer opmerken.
Ik merkte ook angst in dit peloton, zoals dat overigens in vrijwel ieder peloton bestaat. Angst om af te moeten haken. Om te mislukken; af te gaan. Als u denkt dat dit overdreven is, dan vergist u zich. Ik heb mensen somber, bij het depressieve af, zien worden doordat ze er steeds afgereden werden. Of boos worden omdat ze continu tot het elastiek veroordeeld waren. Wanhopen. Zelfs een enkeling zien huilen omdat ze moesten afhaken en dan ging het echt niet om wedstrijden maar om doodnormale toertochten. Er is ook een categorie fietsers die wel wil scoren maar niet wil lijden om tot scoren te komen. Dat zijn meestal de vileine klagers. Er is nu eenmaal een keiharde wet dat je er niet komt zonder kilometers te maken. En die wet wordt belangrijker naarmate je ouder wordt.
Ik ken ook een categorie racefietsers die zich van dit alles geen bal aantrekt. Gewoon hun eigen race rijden. Ga je te hard? OK,…….. succes! De ‘sportrelativeerders’ in optima forma. Alhoewel je je machtig kunt vergissen. Ik heb wel eens een ‘relativeerder’ (die in een “A groep” als het dwerg aapje Chin Chin rondreed) in een “B-groep” als een volwaardige Bokito – met super grote ballen, vol testosteron – op de kop zien beuken. BAMMMM!!! Zo kun je je vergissen. Alles is dus echt relatief!
Bij de TC Heerde gaat het er best sociaal aan toe. Maar vergis je niet. Ook daar houden we elkaar in de gaten. Scannen we hoe een ander er aan toe is. Zien we heel snel of iemand goed of niet goed is. Het belangrijkste is echter dat het een beetje leuk is met elkaar. Zo verlies je het plezier niet in een uitzonderlijk mooie sport!