Racefiets en ATB trainers benadrukken het belang van afwisseling in training. Onderstaand artikel staat in het blad “Fiets”van mei 2014:

“Als je beter wilt presteren tijdens een wedstrijd of toertocht, dan is het belangrijk om je duurtrainingen zoveel mogelijk te variëren. Dat blijkt uit een studie onder 41 Oostenrijkse duuratleten. 
Wetenschappers vergeleken verschillende vormen van duurtraining: een matig intensieve duurtraining, een hoog intensieve duurtraining, een hoog intensieve intervaltraining en een duurtraining rond het omslagpunt. De atleten werden verdeeld in vier groepen. De eerste drie groepen deden iedere keer dezelfde vorm van duurtraining. De vierde groep varieerde de duurtraining. En juist die laatste groep verbeterde het meest. Hun absolute VO2max steeg van 4,4 naar 4,9L/min. Bij atleten die eenzijdig trainden verbeterde de VO2max niet!.” 

Dat is dan helder! Maar hoe breng je deze wetenschap zo goed mogelijk in de wielerpraktijk van alledag? Voorgaande is wellicht aanleiding om in de toekomst incidenteel gebruik te maken van een ervaren meerijdende trainer. Bij voorkeur ten behoeve van alle teams.