Lange Afstand Tocht
Afgelopen zaterdag 12 juli is de Lange Afstand Tocht weer gereden. De C-groep heeft een 105 kilometer route gereden en de A-groep heeft een 207 kilometer lange route afgelegd. De weersomstandigheden konden niet beter: 25 graden en geen spatje regen. En dat midden in een periode van instabiele weersomstandigheden, voorzien van tropische regenbuien en onweer. Wat een geluk! De tocht werd door beide teams afgesloten met een uitstekend en vooral ook gezellig buffetje in de Spikke en uiteraard hoorde daar ook een drankje bij. De tocht werd weer uitstekend georganiseerd door Kees Dokter en Drikus Wijenberg, waarvoor dank!
De C-groep, voor de helft bestaande uit dames, heeft de 100 kilometer van “Rabo Veluwes Mooiste” gereden, die in werkelijkheid een paar kilometer langer is door een aantal noodzakelijke routewijzigingen.
De eerste 15 kilometers werden door de IJsselvallei afgelegd en door de hoogwatergeul in aanbouw.
Tussen Veessen en Wapenveld komt een hoogwatergeul, die de IJssel extra armslag moet geven. De hoogwatergeul ontstaat doordat er in het gebied twee dijken van elk bijna acht kilometer aangelegd worden. Er wordt dus niets uitgegraven. De 17 hoogspanningsmasten in het gebied van de hoogwatergeul zijn inmiddels allemaal op sokkels geplaatst. De masten houden daarmee ‘droge voeten’ als de geul in de toekomst vol mocht stromen.
De route liep vervolgens over de IJsseldijk en de Veluwezoom werd beklommen via de Burgemeester Honcooplaan. Achtereenvolgens werden de Knobbel en de Stakenberg beklommen. Na Vierhouten volgde de prachtige heuvelachtige weg van Vierhouten naar Gortel (Gortelseweg). Volgens kenners de mooiste weg van ons land. De route bevat 862 hoogtemeters (klik op de kaart om de route beter te kunnen bekijken). Knap van de C-rijders om deze route weg te tikken en vervolgens zo fris nog in de Spikke te zitten.
De gecombineerde A / B groep (hoewel er slechts 1 B-rijder present was) heeft met recht een water route gereden. Een route, in elkaar gezet door Kees Dokter langs de boorden van de polder Flevoland. Een verrassend mooie route door prachtige gebieden zoals de Oostvaardersplassen, het grootste moerasgebied van Nederland. De weidsheid is hier ongekend en de natuur heeft er vrij spel. Zo moet heel Nederland er duizenden jaren geleden hebben uitgezien. Kees had de route weer geweldig voor elkaar en van zijn lokale routekennis konden we maximaal profiteren.Vooral zijn keus om op diverse trajecten achter elkaar te gaan rijden i.p.v. naast elkaar kwam de veiligheid zeker ten goede.
Twee honderd en zeven kilometers rijden is niet niks en leidt ertoe dat je als deelnemer in meer of mindere mate uit je “comfort zone” moet. We zijn gewend om pakweg 100 tot 120 kilometer te rijden, ook als er een stevig tempo gereden wordt. Zonder dat dit fysiek en mentaal erg belastend wordt. Een route van 207 kilometer is van andere orde. Door het rijden van een degelijke afstand ontkomt je niet aan pijntjes, kwaaltjes en krampjes en slaat op den duur onverbiddelijk de fysieke en mentale vermoeidheid toe. Opvallend is dat geen der deelnemers echt serieuze problemen heeft ondervonden. Het zegt veel over het aanwezige conditieniveau!
Een paar gebeurtenissen staan me bij van deze tocht. Gebeurtenissen die fietsen doet lijken op het leven zelf. Gebeurtenissen die kleur geeft aan mensen en die ervoor zorgen dat sport in het algemeen en deze sport in het bijzonder zo fascinerend is:
We rijden op een smal onoverzichtelijk pad. Bij een vrijwel haakse bocht moet er stevig geremd worden voor een groep tegenliggers. Evert rijdt tegen collega Herman aan en valt echt stevig op het asfalt en rolt in de berm. Hij bekommert zich nauwelijks om zichzelf en eigen materiaal en stapt meteen naar Herman om te vragen of daar alles in orde is. Dat kleurt iemand als mens. Kort daarop zie ik Evert twee keer 5 kilometer op kop rijden met een ietwat geblesseerde knie. Dat kleurt iemand als sporter en als mens.
In het verloop van de tocht, op de Knobbel, zie ik de hand van Helko enkele keren naar de rug van Evert gaan om hem naar boven te duwen. U kunt nu opmerken dat dit toch niet zo veel voorstelt. Ik kan u echter verzekeren dat zoiets na 200 kilometer in het zadel wel iets voorstelt! Het kleurt iemand als mens en als sporter!
Het maakt fietsen in teamverband plotseling heel bijzonder…………..