Eigenwijs…..

Eigenwijs…..

eigenwijsAls je fietst in een groep dan zijn er momenten van stilte. Als je op kop fietst en niet praat met je maat. Of als je achteraan fietst. Als je achteraan fietst en naar voren kijkt door de groep gele shirts (zoals zaterdag) of de groep oranje shirts (zondag) heen, dan verschijnen de gedachten als vanzelf. Ze komen van onderaf via je zoevende banden. trekken door je frame, kolken in je hoofd en de meesten verdwijnen ook weer achter je op het, dit weekend, warme asfalt. Soms zijn ze helder, hou je ze vast. Neem je ze mee naar huis.

 

Ik vroeg me vanmorgen af wat nou de meest kenmerkende karaktereigenschap van een fietser is. Gister heb ik de champions league finale gezien. Van een voetballer weet je het dan wel. Die moet kunnen beschikken over ‘flexibiliteit’. Hij moet samenwerken met en openstaan voor zijn maatjes. Rekening houden met de coach en soepel kunnen omgaan met fans en media en de scheids in het voordeel van het team kunnen beïnvloeden. Zelfs als absolute  topspeler kan je het je niet veroorloven te veel op je eigen wijze het spelletje te spelen. Domweg omdat jouw succes voor een belangrijk deel afhankelijk is van je omgeving.

 

Bij een wielrenner ligt dat anders. Hij hoeft veel minder rekening te houden met zijn team en zijn omgeving in het algemeen. Hij is veel meer op zichzelf aangewezen en bepaalt uiteindelijk zelf zijn route. Kop in de wind en rijden maar. Eigenwijsheid? Zeker weten! Maar toch dekt deze eigenschap niet geheel de lading. Er komt nog een aspect bij. Je kunt het ontlenen aan de gangbare terminologie in de wielerwereld. Zoals bijvoorbeeld: “eerst het bordje leeg eten van een ander…..” Nou, nou, is er iets a-socialers? Als je bereid bent tot en in staat bent om, eerst het bordje van een ander leeg te eten en dan pas je eigen portie aan te spreken, dan ben je toch wel, excusez le mot, een aardige ‘klootzak’. Wielertoppers hebben ook ‘knechten’. Nou, zet maar eens op 5 december op de social media dat je een ‘knecht’ hebt! ‘Klootzak’ zal dan waarschijnlijk het meest vriendelijke woord zijn dat je dan terugkrijgt.

Gebruik maken van iemands rug. liefst stiekem, en in de laatste momenten net even iets eerder de streep passeren. Afgelopen zaterdag in Duitsland werd ik op deze wijze nog wreed afgeserveerd door teamgenoot Hans B. (en Hans is ook nog één van de aardigste TC HEERDE leden; kunt u nagaan!).
“Flikken” (=belazeren) is toch echt niet toevallig ontstaan in de wielerwereld.
Kort geleden zei de voorzitter tegen mij: “Rustig aan want …… moet ook nog mee”. Ik hoorde mezelf zeggen: “Dat is zo maar eerst moet hij nog even lijden; trappen moet ie”. Nou, nou: wat een onvriendelijke k,,,,,,k! En ……. normaal ben ik helemaal niet zo. Desalniettemin: het is dus ook herkenbaar bij amateur groepen.

 

Ik keek nog eens naar voren door die groep oranje shirts heen. Shirts gebogen over het stuur, hoofden tegen de wind in. Van dat beeld van deze groep gaat een bepaalde mate van kracht uit. Maar zijn het ook ‘eigenwijze klootzakken’? Herken ik dat in hen en in mezelf?……… Zeker weten. Zij, wij, zijn gelukkig ook wel wat meer dan dat maar daar hebben we het nu niet over.

 

Ik sprak net iemand die meende dat bovenomschreven karaktereigenschap voortkomt uit de cultuur van de Veluwse omgeving en in de genen van de bewoners is blijven hangen. Ik vind dat te makkelijk en geloof dat niet. Ik heb ook in andere groepen gefietst, waarvan de leden uit andere delen van het land kwamen: dat waren echt net zulke ‘eigenwijze klootzakken’.

 

En als u besluit om met de TC HEERDE mee te rijden (hetgeen geen slechte gedachte is), zeg dan later niet dat ik u niet gewaarschuwd heb!

Reacties zijn gesloten.